Volgens Dabrowsky doorlopen hoogbegaafden sneller en op jongere leeftijd vijf ontwikkelings-fasen, die lopen van egocentrisme (en je conformeren) naar altruïsme (en je eigen waarden volgen). Elke overgang naar een volgend stadium gaat gepaard met het uit elkaar vallen van de bestaande emotionele en cognitieve structuren (vandaar de term 'positive desintegration'). Wat me aanspreekt in deze visie is dat de crises en innerlijke worstelingen die veel hoogbegaafden - vaak al op jonge leeftijd - kennen, op een positieve manier geïnterpreteerd worden als deel van menselijke groei.
Recent (2006) heeft Carol Dweck, een Amerikaanse psychologe, met haar theorie over 'mindset' een belangrijke notie toegevoegd. Zij onderscheidt een 'fixed mindset' en een 'growth mindset'.
Bij een fixed mindset geloof je dat je basis-kwaliteiten zoals intelligentie en talenten vastsstaande eigenschappen zijn. Je richt je op het bevestigen van deze eigenschappen.
Bij een 'growth mindset' geloof je dat je basis-kwaliteiten ontwikkeld kunnen worden door toewijding en hard werken. Je ontwikkelt hiermee een voorliefde voor leren en een veerkracht. Welke mindset een kind ontwikkelt hangt sterk af van je benadering als ouder of leerkracht. Hoe je een kind prijst, blijkt hierin heel bepalend. Zeg je "wat knap, jij bent ook zo slim!" of zeg je "wat goed, je hebt heel hard gewerkt en je best gedaan!"
Voor hoogbegaafde kinderen ligt de valkuil van een fixed mindset sterk op de loer. Als een kind steeds hoort "je bent zo intelligent" of "je hebt zo'n talent in tekenen", bijvoorbeeld, dan kan het zich vooral gaan richten op het in stand houden van dit beeld. Wanneer een taak dan niet vanzelf lukt, kan het kind het uit de weg gaan, om maar niet het risico te lopen te falen. Want dan klopt het beeld van "ik ben zo slim" of "ik ben zo'n goeie kunstenaar" niet meer. We kunnen hoogbegaafde (en alle) kinderen enorm helpen door een growth mindset te bevorderen.
Lees hier verder over de hoogbegaafde leerling op school.